De verjaringstermijnen van delicten

Elk delict heeft een eigen verjaringstermijn. Dit betekent dat na een bepaalde periode het delict niet meer zichtbaar is op je strafblad. In Nederland zijn de verjaringstermijnen vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht.

Voor lichte overtredingen geldt meestal een verjaringstermijn van twee jaar. Voor zwaardere misdrijven varieert de termijn van vijf tot twintig jaar, afhankelijk van de ernst van het misdrijf. Er zijn echter ook misdrijven waarvoor geen verjaringstermijn geldt, zoals moord.

 Misdrijf Verjaringstermijn
Misdrijven waarop een boete,
hechtenis of gevangenisstraf staat van maximaal drie jaar 
Zes jaar
Misdrijven waarop een gevangenisstraf staat van                           
meer dan drie jaar. 
12 jaar
Misdrijven waarop een gevangenisstraf staat van                           
minstens acht jaar.
20 jaar
Misdrijven waarop een gevangenisstraf staat van                           
minstens twaalf jaar. 
Geen

                                                                                   

Het moment van verjaring

De verjaringstermijn begint te lopen vanaf het moment dat het strafbare feit is gepleegd. In de meeste gevallen begint de termijn te lopen vanaf de dag na het plegen van het misdrijf. Het is belangrijk op te merken dat de verjaringstermijn kan worden onderbroken.

Dit betekent dat als er nieuwe bewijzen worden ontdekt of als je opnieuw wordt vervolgd voor hetzelfde delict, de verjaringstermijn opnieuw begint te lopen.

Gevolgen van een vervallen strafblad

Als een delict op je strafblad is verjaard, betekent dit dat het niet langer zichtbaar is voor derden. Je strafblad vervalt dan. Werkgevers, verzekeraars en andere instanties kunnen het verjaarde delict dan niet meer zien op je strafblad.

Dit kan positieve gevolgen hebben voor je toekomst, omdat het verjaarde delict geen belemmering meer vormt bij het aanvragen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor sollicitaties of andere belangrijke procedures.